Betekenis: leegloper; nietsdoener; straatslijper; baliekluiver; leuningbijter; manspersoon die hielp handkarren over een brug te trekken terwijl de eigenaar ervan van achteren duwde.
Variant: bruggentrekker.
De bruggentrekker werd in Amsterdam ook wel «kargadoor» genoemd. Die naam dankten de sterke bruggentrekkers aan de kreet die zij vaak riepen tijdens het werk: «Kar ga door!» Een van de bruggen over de Prinsengracht was het werkterrein van Christiaan Smit, een Jordanees die de bijnaam «Kikki de Kargadoor» kreeg. Hij hing de hele dag rond in de buurt van de brug om te hulp te schieten wanneer de Amsterdammers hun handkar niet zelf over de brug kregen. Zodra hij genoeg centen had verdiend, verdween hij naar een nabije kroeg om zijn geld om te zetten in drank, maar hij verloor daarbij de brug niet uit het oog. Christiaan overleed in 1940, als een van de laatste Amsterdamse bruggentrekkers.